ARBITRAGE BIJ HET CAS (COURT OF ARBITRATION FOR SPORT), WAT IS DAT?

Na de uitspraak in de zaak van de UEFA tegen Manchester City en de overweging van voetbalclub AZ om ‘naar het CAS te stappen’, staat het Court of Arbitration for Sport  de laatste tijd vol in de schijnwerpers. Bijna iedere sportliefhebber heeft wel eens over het CAS gehoord. Maar wat is dat CAS nou precies en hoe kom je daar? In dit blog zal ik dat proberen uit te leggen.

Het CAS is een arbitrage-instituut waar onder andere sporters en sportbonden geschillen kunnen beslechten door middel van arbitrage. Het idee voor het CAS komt van voormalig IOC-voorzitter Juan Antonio Samaranch. De gedachte achter de oprichting van een dergelijk instituut was dat het geschillen op een flexibele, snelle en betaalbare wijze kan beslechten.

Geschillen en Arbitrage bij het CAS

Het CAS behandelt diverse soorten geschillen. Daarbij valt niet alleen te denken aan disciplinaire en dopinggeschillen, maar ook commerciële disputen over arbeids- en sponsorcontracten. De gemene deler is daarbij de sport. Het CAS behandelt slechts geschillen in verband met sport. De reglementen van het CAS beschrijven dit als volgt.

Such disputes may involve matters of principle relating to sport or matters of pecuniary or other interests relating to the practice or the development of sport and may include, more generally, any activity or matter related or connected to sport.

Article R27 of the Code of Sports Related Arbitration

Het  overgrote deel van de zaken bij het CAS gaat het om zaken die eerst “intern” bij een sportbond zijn behandeld. De gang naar het CAS en de arbitrage bij het CAS kan dan worden gezien als vorm van hoger beroep. Maar daarnaast behandelt het CAS ook geschillen in eerste aanleg, of is zij als instituut aangewezen om dopinggeschillen voor een sportbond te behandelen.

Het CAS bestaat daarvoor uit drie divisies.

  1. Ordinary Instance Division. Hier komen arbitrageprocedures terecht die geen beroep betreffen tegen beslissingen die eerst intern bij een sportbond zijn genomen.
  2. Appeals Arbitration Division. In deze divisie worden hoger beroepzaken behandeld, voornamelijk tegen beslissingen van sportbonden, zoals bijvoorbeeld van de FIFA of de UEFA.
  3. Anti-doping Division. Hier worden dopingzaken worden behandeld die door de betreffende bonden zijn uitbesteed aan het CAS. Deze divisie bestaat nog niet zo lang – sinds januari 2019 – en vervangt voor sommige sportbonden, zoals de Internationale Triathlon Unie en de Internationale Skifederatie, de interne dopingzaken. In sommige gevallen staat vervolgens hoger beroep open bij de appeals division.

Kenmerken van Arbitrage

In de introductie van dit blog heb ik de procedure al arbitrage genoemd. Maar wat is arbitrage nu precies? Een arbitragebij het CAS heeft veel weg van de rechtspraak zoals wij deze kennen van de overheidsrechtbank. Het gaat echter wel een vorm van private “rechtspraak”. Partijen doen daarbij zelf afstand van de gang naar de overheidsrechter.

Kenmerkend aan arbitrage is dan ook dat dit geschiedt op basis van een overeenkomst tussen de partijen die met elkaar een geschil hebben. Deze overeenkomst wordt vaak niet pas gesloten wanneer er een dispuut bestaat. Sterker nog, niet iedere sporter zal zich volledig bewust zijn van een overeenkomst tot arbitrage. Vaak staat de arbitrageclausule in de reglementen van de sportbond. Een goed voorbeeld hiervan is de volgende bepaling in de statuten van de KNVB.

De KNVB en zijn leden erkennen het Court of Arbitration for Sport (CAS) als hoogste beroepsinstantie tegen onherroepelijke en bindende uitspraken van de (juridische organen van) de FIFA en de UEFA en zullen de op de KNVB en/of zijn leden van toepassing zijnde uitspraken ven het CAS naleven.

Artikel 8 lid 4 van de Statuten van de KNVB

In dit geval accepteert een lid van de KNVB, zoals een betaald voetbalorganisatie, dat het CAS bevoegd is als laatste beroepsinstantie.

Kritiek op het CAS

Waar het CAS voordelen biedt, zoals de specialistische kennis en een snelle procedure, bestaat er ook kritiek op het CAS.

Zo heeft lange tijd de onafhankelijkheid ter discussie gestaan. Het CAS werd immers gefinancierd door het IOC waarbij men zich afvroeg of het CAS dan niet te veel zijn oren liet hangen naar het IOC en de sportbonden. Dit heeft ter discussie gestaan in een zaak die diende voor de Zwitserse rechter in de zaak van de ruiter Gundel. Hoewel Gundel ongelijk kreeg in deze zaak plaatste de Zwitserse rechter enkele kritische kanttekeningen bij de onafhankelijkheid van het CAS van haar grootste financier het IOC. Hierop is een nieuwe organisatie in het leven geroepen, het International Council of Arbitration for Sport (ICAS).  Deze organisatie die bestaat uit 20 leden, zorgt voor onder meer de financiële administratie van het CAS en benoeming van arbiters. De structuur van het CAS ziet er dan als volgt uit.

Structure of the CAS

Een ander punt van kritiek, die niet helemaal direct is terug te voeren op het CAS zelf, is of sporters wel een vrije keuze hebben om wel of niet voor arbitrage te kiezen. Hierover heeft het Europese Hof van de Rechten van de Mens geoordeeld in zijn uitspraak van 2 oktober 2018 in de zaken van voetballer Adrian Mutu en schaatster Claudia Pechstein. De zaak van Mutu was niet succesvol, maar in de zaak van Pechstein gaf het Hof aan dat Pechstein de keuze voor de arbitrageclausule onvrijwillig en dus gedwongen was, omdat zij anders niet kon deelnemen aan professionele schaatswedstrijden. Wanneer sprake is van een gedwongen arbitrageclausule dienen volgens het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, de waarborgen van artikel 6 EVRM in acht te worden genomen, zoals het houden van een openbare zitting. Dat laatste was niet gebeurd in de zaak van Pechstein.

Overigens bevestigt het EHRM dat de onafhankelijkheid van CAS niet wordt geraakt door de wijze van financiering. De huidige structuur volstaat derhalve.