Dopingstraffen: Proportionaliteit en gelijkheid, twee UEFA-Zaken belicht.

De UEFA-zaken: Onana en Redbull Salzburg

Recent hebben een aantal dopingzaken het nieuws gehaald. Een hiervan en wellicht ook de in Nederland meest spraakmakende betrof de dopingschorsing van Ajax-doelman André Onana. Hij werd voor het onbewuste gebruik van een plasmiddel veroordeeld tot een schorsing van 12 maanden. Ondanks dat het middel niet prestatie bevorderend werkt.

Een andere in het oog springende zaak betrof een schorsing van een tweetal Malinese spelers van voetbalclub Red Bull Salzburg. Ook zij hadden onopzettelijk een verboden middel gebruikt. Hun schorsing werd echter beperkt tot 3 maanden.

Hoe kunnen dergelijke straffen zo uit elkaar lopen?

Dopingregels en dopingstraffen

De sancties op dopingovertredingen worden bepaald aan de hand van de Wereld Anti-Doping Code.

Voor Nederlandse Nationale Bonden bestaat een nationale Nederlandse versie, het Nationale Dopingreglement. Dit reglement bevat dezelfde regels als de Wereld Anti-Doping Code. De UEFA heeft deze bepalingen opgenomen in de UEFA Doping Regulations.

In beginsel kent de Wereld Anti-Doping Code gefixeerde straffen voor diverse soorten vergrijpen. In beginsel wordt gebruik van een verboden middel bestraft met een schorsing van 4 jaar, indien het middel bewust is gebruikt (artikel 10.2.1 Wereld Anti Doping Code).

Daarbij maken de regels wel onderscheid tussen zwaardere en lichtere stoffen, zogenoemde specified en non-specified substances. Voor de lichtere specified substances geldt dat de bond moet aantonen dat er sprake is van opzettelijk gebruik, voor de zwaardere non-specified substances geldt dat de sporter moet aantonen dat deze de stof onopzettelijk heeft gebruikt. Op de dopinglijst van de WADA is terug te vinden welke substanties als specified of non-specified zijn aangemerkt.

Wanneer een sporter kan aantonen dat het gebruik onopzettelijk was ingeval van non-specified substances, of de bond niet kan aantonen dat er sprake is van opzet, bij een specified substance, dan bedraagt de schorsing 2 jaar.

De Wereld Anti-Doping Code laat wel ruimte voor strafreductie indien het gaat om specified substances. De bond kan dan de straf reduceren wanneer er geen grote fouten zijn gemaakt door de sporter. Deze reductie kan zelfs zo ver gaan dat enkel een berisping wordt opgelegd.

Overigens gelden voor drugs, zoals cocaïne, ecstasy en THC flexibelere regels wanneer deze stoffen zijn gebruikt buiten wedstrijdverband.

De UEFA-zaken

Wat bevreemdt in de hiervoor genoemde UEFA-zaken is dat de straffen zo enorm verschillen. In beide gevallen is geen schorsing van 2 of 4 jaar opgelegd. Dit betekent dat in beide gevallen de UEFA kennelijk heeft geoordeeld dat sprake is van onopzettelijk gebruik. Maar waarom dan die hoge straffen?

In de zaak van Ajax-doelman Onana is bekend welk middel hij heeft gebruikt, namelijk Furosemide. Dat is op zichzelf geen prestatie bevorderend middel. Dit middel staat ook als lichtere specified substance op de lijst van verboden middelen. Voor dit middel dient derhalve de UEFA te bewijzen dat er sprake was van opzet. Dat is niet gelukt. Kennelijk vond de UEFA de fout ook niet heel erg, want zij heeft de standaard schorsing van 2 jaar gereduceerd tot 1 jaar.

In de zaak van de voetballers van Red Bull Salzburg is niet bekend welk middel precies is gevonden. Wel is bekend dat het om een middel gaat tegen hoogteziekte en dat dit afkomstig zou zijn van medicatie die zij van een de medische staf van de Malinese bond kregen. Nu het hier om een straf van slechts drie maanden gaan, is het aannemelijk dat ook in dit geval er sprake moet zijn geweest van (i) een lichtere specified substance; (ii) dat de UEFA geen opzet heeft kunnen aantonen; en (iii) er geen grote fout is gemaakt.

Proportionaliteit en willekeur

In beide bovengenoemde zaken heeft de UEFA dus geoordeeld dat er geen sprake is van opzet. In ieder geval geldt in de zaak Onana, dat geen sprake is van een prestatie bevorderend middel. In beide zaken is er tevens geen grote fout van de sporter. Toch is er sprake van een significant hogere straf voor de Ajax-doelman Onana.

De vraag die bij mij opkomt is dan waarom André Onana zo lang wordt geschorst. Los van de vraag of zijn verklaring geloofwaardig is, geldt dat de UEFA heeft vastgesteld dat er geen opzet in het spel was en er geen grote fout is gemaakt. Wanneer je die vaststelling volgt, dan heeft Onana niet zijn prestatie bevorderd of willen bevorderen en heeft hij dus niet vals gespeeld of vals willen spelen. In dat geval komt een schorsing van 12 maanden, 4x zo hoog als in een vergelijkbaar geval, buitenproportioneel over. Dit geldt te meer nu schorsingen een grote impact kunnen hebben op iemands carrière (en verwerving van inkomen).

In die proportionaliteit moet mijns inziens ook worden meegewogen dat teamsporters door het verbod om mee te trainen met het team (tot vlak voor het einde van de schorsing) veel harder geraakt door dopingschorsingen dan individuele sporters, zoals hardlopers die eenvoudig voor zichzelf kunnen trainen. Ook de Nederlandse spelersvakbond heeft vragen over de proportionaliteit van dopingstraffen.

Dopingautoriteiten zullen zeggen dat dit nu eenmaal de regels zijn. Deze regels zijn in sommige gevallen dus buitenproportioneel of leiden tot volstrekt willekeurige resultaten. En daarmee wordt de rechtsbescherming van sporters mijn inziens sterkt aangetast.

Onana is in hoger beroep gegaan bij het CAS.